H 7 Westlands Museum
De oudste vermelding van een boerderij op deze plek is in 1623, in het kaartboek van het Baljuwschap van Naaldwijk. Deze krukboerderij werd in 1865 door boer Adrianus Olsthoorn vervangen voor de huidige boerderij. Zoons van Olsthoorn moesten na de Eerste Wereldoorlog tweemaal de veestapel afmaken vanwege de ziekte ‘miltvuur’. Het leidde in 1921 tot verkoop aan Dirk Duindam. Een brand in de jaren ’60 verruïneerde de stal, maar die werd in ijsselsteen hersteld. Kassenbouwbedrijf Jan van der Hoeven kocht rond 1970 de boerderij om de gronden om te zetten in tuinbouwkavels. De boerderij werd verkocht aan tuinbouwcoöperatie Comtu, die er haar potgrondbedrijf vestigde. De schuur aan de noordkant werd daarbij verbouwd tot woonhuis. Sinds 1992 is op dit terrein het Westlands Museum voor streek- en tuinbouwhistorie gevestigd.
Al in 1623 stond er op deze plek een boerderij, die in eigendom was van Dirck Joriszoon van Adrichem. Pachter was Jan Damen (Oosterveen) en die deed het blijkbaar zo goed dat hij de boerderij in 1643 kon kopen. Via diverse verkopingen, kwam de boerderij in 1805 in het bezit van Willem Arijszoon Olsthoorn, voor een bedrag van 6800 gulden. In 1850 nam zijn jongste zoon, Adrianus, de boerderij over.
De inmiddels zeer oude krukboerderij voldeed niet meer aan de ‘moderne’ tijd en daarom besloot Adrianus naast de bestaande boerderij een nieuwe te bouwen. De boerderij die nu nog steeds bestaat. Vervolgens werd de oude boerderij, die stond op de plek waar nu de parkeerplaats ligt, gesloopt. Op 12 april 1868 overleed Adrianus aan TBC. Vier kinderen verlieten het huis na hun trouwen, moeder Ploon bleef met de overige drie, ongehuwde kinderen op de boerderij. Dat waren Nicolaas, Cornelia en Willem.
Boerderij Met Families Duindam Als Bewoners, Met Melkbussen En Waterput . De Voordeur Zit Nog Aan De Voorkant (ca 1935). Collectie ErfgoedWestland.nl
Na de eerste Wereldoorlog was er gedurende twee jaren last van ziekte in het vee, het ‘vuur’ (miltvuur). Beide keren moest de hele veestapel afgemaakt worden, wat grote financiële consequenties had voor het boerenbedrijf. Mede daarom besloot men de boerderij in 1921 te verkopen. De nieuwe eigenaar werd Theodorus Cornelis (Dirk) Duindam, die 500 meter verder in Kwintsheul op boerderij ‘Landzicht’ woonde. Vanaf toen werd deze boerderij met de bijbehorende veertien hectare verhuurd.
In de jaren ’30 waren twee zoons van Duindam, Willem en Dirk, de bewoners van de boerderij.
De Boerderij Rond 1940, Met De Voordeur Nog Aan De Voorkant. Collectie ErfgoedWestland.nl
Net als bij de andere boerderijen langs de Middel Broekweg, kreeg men te maken met een ongekende ‘honger’ naar tuinbouwgrond. Begin jaren ’70 werd de boerderij met het land verkocht aan kassenbouwbedrijf Jan van der Hoeven, die de weilanden omzette in tuinbouwkavels. De boerderij werd met enige grond verkocht aan tuinbouwtoeleveringsbedrijf Comtu. Die gebruikte het perceel achter de boerderij als opslagterrein voor potgrond. De stal van de boerderij werd ingericht als (voorraad)magazijn. In de boerderij heeft toentertijd een brand gewoed, waardoor veel authentieke onderdelen verdwenen zijn. Het dak is toen geheel vernieuwd. De voormalige stal werd opnieuw opgetrokken, in ijsselsteen, maar ook met stalen spanten. Ook werd de stal verlengd met zo’n 10 meter.
Door de fusie tussen Comtu en Maasmond werd deze vestiging overbodig. In die tijd was er de wens om te komen tot een fusie van het Westlands Streekmuseum, het Tuinbouwmuseum en het Westlands Centrum voor Streekhistorie tot één nieuw museum: Het Westlands Museum. In 1992 was het zover. Het museum kocht de boerderij en het achterliggende terrein, waarna als eerste het museum werd ingericht, en in de periode tot 1995 de historische tuin werd ontwikkeld.
In 1992 Wordt Het Westlands Museum Eigenaar En Opent Het Museumgebouw In 1993. Collectie ErfgoedWestland.nl.
