P32 Huis M.van Ruijven
Michiel van Ruijven liet in 1901 een rentenierswoning bouwen op een ruim perceel grond. Hij woonde er met zijn dochter en een huishoudster. Het rechterdeel van het huis is later aangebouwd. Van Ruijven kwam van de Monsterseweg. Met zijn broer nam hij het initiatief tot oprichting van een bloembollenkwekersvereniging. Hij kweekte bloembollen op 6 ha. land tussen de Madeweg en de duinen. Deze werden vanaf het land geveild. Als wethouder in de gemeente Monster en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland was hij betrokken bij de invoering van het elektriciteitsnet. Hij ging mee met smid Grimbergen naar Overijse en Hoeilaart in België om de kassenbouw te bestuderen. Zoon Arie initieerde met anderen het standbeeld van pastoor Verburch, was secretaris van de L.T.B. en bleef tot aan zijn overlijden kerkmeester
Beschrijving
Huis M. van Ruijven.
In 1901 is dit woonhuis op Voorstraat 10 gebouwd voor Michaël Pieter van Ruijven. Hij ging er wonen na zijn werkzame leven als tuinder, gespecialiseerd in bloembollen kweken en was bestuurder. Dat alles ging hem goed af.
Hij was vanaf 1883 raadslid van de gemeente Monster. In 1897 trad hij tijdelijk als raadslid af en hij werd wethouder onder burgemeester Elias die aftrad in 1902. Van Ruijven kwam in plaats van wethouder A. van der Knaap die was gestopt.
In 1897 werd hij lid van Provinciale Staten en bemiddelde tussen de provincie en de gemeente Monster. Dat kwam vooral de introductie van het elektriciteitsnet ten goede.
Tot 1905 bleef hij ook aan als raadslid, tot 1911 als wethouder en tot 1917 was hij lid van Provinciale Staten.
Het Huis
Het linkerdeel heeft een tuitgevel, de aanbouw rechts, onder zadeldak, kwam tot stand in de jaren twintig. In de gevel van rode baksteen is decoratie verwerkt in gele baksteen, met halfronde bogen boven de vensters. Kunststeen sluitstenen zijn met diamantkop afgewerkt. Het piramide afdakje boven de voordeur is bekleed met maasleien en wordt ondersteund door sierlijk smeedijzer.
Michiel betrok Voorstraat 10 met zijn dochter Jansje en een huishoudster. De vier andere kinderen woonden al zelfstandig.
Hij liet zijn dochter uiteindelijk een flink stuk land na, waarvan zij, als er geld nodig was een deel verkocht. Om die reden staan er nog enkele vrijstaande woningen achter het huis, aan de Jan Barendselaan. Het was een hele toer om de kleine percelen te verzamelen voor woningbouw van rijtjeshuizen.
Het huis werd gebouwd door aannemer en kunstschilder George Delfgaauw. Zijn naam staat op zolder op een van de hanenbalken.
M. van Ruijven en de bloembollenteelt.
Ledenlijst Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur
In het Westland werden veel aardappelen geteeld. In de tweede helft van de negentiende eeuw ging het heel slecht met de aardappelhandel, Engeland was tot dan toe een grote afnemer maar kocht in Amerika veel goedkoper in. De aardappelhandel met Engeland viel daarmee geheel weg, maar men vond een oplossing.
In 1882 waagden de gebroeders Van Ruijven een gokje met bloembollen, de Bollenstreek was hun voorbeeld. Michiel van Ruijven kweekte bloembollen op zes hectaren land bij de duinen in de Madepolder. De bollen werden vanaf het land verkocht. Dat lukte wonderwel. Ook waren Michiel en zijn broer betrokken bij de oprichting van een algemene vereniging voor bloembollencultuur. In 1923 stond hij daar nog steeds als lid genoteerd.
Veel bollenkwekers teelden onder ’s-Gravenzande, daar staan nog enkele bollenschuren. In Poeldijk werden ook op een aantal percelen bloembollen geteeld. Zoals op de tuin bij Torenzicht en daar dichtbij tussen Voorstraat en Gantel
Bloembollenveld in Poeldijk. Foto: privébezit.
op de tuin van Jacob Goeijenbier.
De markt werd uiteindelijk overvoerd omdat de gebroeders Van Ruijven in het Westland veel navolging kregen. Er kwamen faillissementen uit voort, want tuinders deden investeringen en konden vervolgens door het overvloedige aanbod en de lage prijzen hun rekeningen niet meer betalen.
De Hollandse Maatschappij van Landbouw belegde in 1888 in Poeldijk een vergadering, waar nauwelijks tuinders maar wel veel kooplieden op af kwamen. Uit die vergadering kwam de oprichting van de Westlandse veilingen voort. De angst dat door slechte kwaliteit van de producten de handel met Engeland nooit meer zou opbloeien was een sterke drijfveer. Eerst werd in de kroeg geveild, pas later langs het water zodat producten per schuit konden worden aangevoerd. Veilingmeesters werden aangesteld om de waren te keuren. Engeland werd weer een goede afnemer.
Bron: Inventarisatie gebouwen: Delf- en Schieland
Gemeente Monster, Poeldijk centrum
Oudste bouwjaar: 1901. Aannemer: George Delfgaauw.
Krantenartikel: Westlandsche Courant, 24 oktober 1995. Ouder Westland, Aad van Holstein.
