2 augustus 2018

Achtergrond: De Romeinse tijd in Westland

De Romeinse tijd in Westland, ‘n moNUmentale gedachte

door Piet van der Valk

Archeologische vondsten na de tijd dat Cleopatra en Julius Caesar het Romeinse Rijk bestuurden.
Wat weten wij van ons gebied Westland uit de tijd van de Romeinen? En hoe weten we dat? Het zijn vragen die iedereen zichzelf en anderen weleens stelde. De archeologie heeft ons enorm geholpen hier antwoorden op te vinden. Archeologie: de betekenis volgens Wikipedia, als woordOudheidkunde’ en als omschrijving ‘De wetenschap die overblijfselen van oude culturen bestudeert om het verleden te reconstrueren en te duiden’.  (Zie ook de link naar Archeologie: een veelzijdige wetenschap). Aan de zuidzijde van het huidige Naaldwijk lag zeer waarschijnlijk een nederzetting naast een vlootstation (haven) vanwaar de Romeinse soldaten de Maasmond in de gaten hielden. Opgravngen gedurende de crisisjaren 1930 tot 1936, die plaatsvonden onder leiding van professor Jan Hendrik Holwerda en ook nog latere opgravingen, gaven daar duidelijke indicaties voor. De Prof. Holwerdalaan nabij het recent gesloopte Proefstation herinnert ons hier nog aan. Er werd daar toen al vPictureoor 1930 een bronzen hand gevonden van een meer dan levensgroot keizerbeeld. (Zie ook Naaldwijk, waar ligt de haven?).
Maar ook Ockenburgh werd door Holwerda onderzocht. Hij concludeerde toen dat het een ‘absoluut inheemschen nederzetting’ was. Pas veel later kwamen we erachter dat het ook een militaire component had. De grote locatie ten zuidweste n van de Heulse Sonnehoeck, tussen de Gantel en de Wateringseweg net over de Haasjesheul richting Poeldijk, gaf ook al sporen vrij van een grote villa, bewoning dus en militaire activiteiten.

Meer archeologische kennis
Door Europese wetgeving met name het Verdrag van Valletta (Malta 1992), werd onze Monumentenwet aangepast. Daarin werd vastgelegd dat het archeologisch erfgoed binnen bestemmingsplannen beschermd diende te worden. En bij vaststelling van deze planologische stukken dient dus ook onze Gemeente Westland hier rekening mee te houden. Wanneer er sprake is van de aanwezigheid van waardevolle archeologische elementen, worden deze beschreven en wordt er aangegeven hoe hier mee om te gaan. Daarnaast speelt hier de provincie Zuid Holland ook haar rol. Men gaat uit van een zogenaamd veroorzakersprincipe. Dat betekent dat de verstoorder verantwoordelijk is voor het vroegtijdig laten uitvoeren van noodzakelijk archeologisch (voor)onderzoek en de financiering daarvan. Zo komen archeologen tegenwoordig veel beter aan de informatie over de leefwijze van de toenmalige bevolking e.d.

Oudste woonplekken van Westland
De oudst bekende plek van een nederzetting binnen Westland stamt uit de nieuwe steentijd (5000 – 2000 v.Chr.) en ligt in het tracé van de Wippolderlaan ter hoogte van de gebouwen van sportvereniging K.M.D., waar vroeger Gerard van Eijkelenborg het paard Kees Verkerk trainde op de paardenrenbaan. Men moet hierbij denken aan ca 3700 jaar v.Chr., ca 5700 jaar geleden, misschien wel zo’n 250 generaties terug dus. Hier werden paalgaten aangetroffen waaruit de plattegrond van een gebouw kon worden herleid, en ook werden er gebruiksvoorwerpen, zoals 49 kg aardewerk, bijlen en werktuigen geborgen. Verder kennen we ook bewoning uit de bronstijd (2000 – 800 v.Chr.) op de strandwallen nabij het Monsterse Geestje. Uit aardewerkvondsten weten we al enige tijd, dat in dit wijdere gebied, al meer dan 4000 jaar door mensen bewoond wordt. Gedurende de ijzertijd (800 – 12 v.Chr.) kwam hier steeds meer bewoning voor. In het voormalige Wateringen, de huidige Haagse wijk Wateringse Veld, werden ook sporen van bewoning gevonden. Evenzo in Poeldijk en de Haagse wijk Escamp. Men leefde in die tijd van de akkerbouw en veeteelt en ook werd er aan zoutwinning gedaan. Onder invloed van de stroming van de zee en het afvloeien van het Maaswater, verlegde zich langzaam de monding van de Gantel en deze kreek bereikte rond 225 jaar v.Chr. zijn meest robuuste vorm. Op de oevers van dit water werden mede boerderijen gebouwd. Boerderijen waarbij mens en dier samenwoonden, slechts gescheiden door simpele vlechtwerkwandjes.

Romeinen
Nadat Julius Caesar in het jaar 49 v.Chr. Gallië, meer dan het huidige gebied van Frankrijk en België tezamen, definitief had veroverd, werd daarmee het Romeinse Rijk aanzienlijk vergroot. In het jaar 4 na Chr. kwamen pas de eerste Romeinen naar onze streek. Vanaf deze tijd weten we gelukkig wat meer, omdat naast de archeologische bronnen ook geschreven stukken bekend zijn, zoals die van geschiedschrijver Tacitus. In het jaar 47 na Chr. komt legeraanvoerder Gnaeus Domitius Corbulo naar het huidige Nederland. Hij probeerde in eerste instantie het Germaanse gebied over de Rijn te veroveren. Dat mislukte echter en de Rijn bleef toen definitief de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Maar hij hield de manschappen strak en handhaafde een strenge tucht in de legergarnizoenen en om zijn soldaten aan het werk te houden liet hij hen o.a. het kanaal van Corbulo graven. Dat was een waterweg die de Maas met de Rijn verbond. Archeologische opgravingen toonden aan dat het kanaal ten dele bewaard is gebleven in de Vliet tussen Leiden en Voorburg, destijds nabij Forum Hadriani, de belangrijkste nederzetting uit deze buurt met ca 1.000 inwoners. Het Voorburgs Museum Swaensteyn heeft hier een interessant overzicht van. In 1989 werden bij de aanleg van de wijk ‘De Rietvink’ in Leidschendam ook Romeinse sporen gevonden. Een nieuwe brug werd daar toen als herinnering in Romeinse stijl gebouwd. (Zie ook de link naar

Westland en noordelijker
Van Leidschendam tot Naaldwijk volgde het water zeer waarschijnlijk de richting naar de Hoornbrug te Rijswijk en van daar was de route van het kanaal, zie de bijgevoegde tekening, via de huidige wegen Sir Winston Churchilllaan, Oosteinde, Heulweg, Middelbroekweg naar Naaldwijk. Aan de Zuidoostzijde van het water lag een Romeinse weg. De weg bij Wateringen lag op de oever van de Gantel en bestond uit ‘n met klei opgehoogd weglichaam en een bermgreppel. De Gantel en het kanaal van Corbulo werden hier waarschijnlijk over bepaalde stukken gecombineerd. Dat water werd ook gebruikt om de landbouwproducten, geteeld op de boerenwoningen in het Westland en omgeving, naar de Romeinse garnizoenen te vervoeren. In die tijd werd de basis wat betreft de huidige tuinbouw in Westland gelegd. Dit was door kleiafzetting en een gunstig klimaat mogelijk. In Rijswijk aan de rand van de Tubasingel werd van 1967 tot 1969, 3,5 ha totaal blootgelegd en ca 13 ha met proefsleuven intensief onderzocht. Meer dan 10.000 voorwerpen, zoals gebroken potten en pannen, weggegooide botten van geslachte dieren en bouwmaterialen werden verzameld, gewassen, genummerd en geadministreerd. In de Waterveldsepolder werden eind vorige eeuw ca 15 boerenwoningen gevonden. De vondst van vier mijlpalen toonde ook de aanwezigheid van de Romeinse weg aan. Op nog veel meer plaatsen treffen we opgravingsresultaten aan, die duidden op de aanwezigheid van Romeinen toen. (Zie ook de links naar Westland.  Landschap, infrastrucuur en bewoning in de 2de eeuw n.Chr.Westland. Vindplaatsen in de Romeinse tijd en de Westland. Lijst met vindplaatsen uit de Romeinse tijd  van 26 Westlandse locaties.)

Einde Romeinse tijd
Aan het eind van de derde eeuw brak ‘n tijd aan van interne strijd en oorlogen uit. Lokale stammen uit de grensgebieden werden ingezet om de grenzen te bewaken. Ook aan de (Oude) Rijn werden meer Germanen en Cananefaten ingezet. Het gebied en dus ook Westland werd onveiliger. Romeinse bouwwerken vervielen, zoals de forten langs de Rijn. De garnizoenen trokken weg, wegen en waterwerken werden niet meer onderhouden. Na een paar eeuwen was er niet veel meer over. Dit moment in de Romeinse geschiedenis lijkt samen te vallen met een lichte verhoging van de zeespiegel. Dit had ook een lichte verhoging van het binnenstromende zeewater tot gevolg en had toen ook direct een sterke invloed op het leven in en om het Westland. Het gebied ontvolkte en dat heeft waarschijnlijk eeuwen geduurd voor het tij zich keerde. Veel later, in de Middeleeuwen, werd er zelfs weer een kanaal gegraven: ‘de Vliet’. Het kon bijna niet anders dat men delen van de oude bedding tegen kwam, op de scheiding van zand en veen, maar de Romeinen waren we helaas al lang vergeten. In het Westlands museum kunt nog veel van de vermelde Romeinse vondsten bewonderen.

Bronnen:

  • Atlas van het Westland ’10.000 jaar ruimtelijke ontwikkeling’ van Marcel IJsselstijn en Yvonne van Mil, Rijswijk
  • ‘De Bult’ een nederzetting van de Cananefaten door J.H.F. Bloemers
  • uitzending van RITV in samenwerking met het Streekmuseum
  • Toelichting bij de archeologische beleidskaart van de gemeente Westland door Marjolein Kerkhof

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de monumentencommissie van de gemeente Westland en is eerder verschenen als De Romeinse tijd in Westland, ‘n moNUmentale gedachte in het Hele Westland van 2 augustus 2017.
Beeldmateriaal, kaarten en stukken uit het boek ‘Atlas van het Westland 10.000 jaar ruimtelijke ontwikkeling’ zijn met toestemming overgenomen.