17 december 2018

Achtergrond: Raadhuis Wateringen

Een Goed Hollandsch Rijksmonument

door Piet van der Valk

Het eerste gemeentehuis dat Wateringen kende werd in 1828 aan de zuidzijde van het Plein gebouwd. Het kwam naast de toenmalige herberg “De Vergulde Roskam” te staan. Daar werd tot dan toe door de Schout en Schepenen in de opkamer vergaderd. Deze herberg staat links op de historisch prent ‘Gezigt van het DORP WAATERING. van binne te zien’ van P.C. la Fargue (1729 – 1782). In 1825 werd G.G. Murray tot burgemeester benoemd. Vanaf dat moment werd een schout definitief burgemeester genoemd. De laatste schout was Jacobus Struyck van Bergen die in 1824 aan de tering overleed. In 1920 kocht men de herberg, dat inmiddels “Huis ten Hoek” werd genoemd. De heer A.J. Verhoeven was toen burgemeester. Het oude Raadhuis was verkocht aan dhr. A.A. Sprinckhuyzen, die er een verdieping opzette en het pand de naam “Het wapen van Wateringen” meegaf. En nog steeds is daar de 8 puntige ster, die als wapen van Wateringen geldt, zichtbaar boven de entree. Het ruimteprobleem werd hiermee maar tijdelijk opgelost en men wachtte een gunstige tijd af om elders nieuw te kunnen bouwen.

een nieuw gemeentehuis
Althans dat was de gedachte van de commissie uit de Raad, burgemeester Verhoeven vond een goede verbouwing van het toenmalige pand voldoende. We zaten toen vol in de crisisjaren. Zo bleven de Raad en de burgemeester elkaar waarschijnlijk gedurende de jaren 1932-1937 op dit punt bezighouden en tegenwerken. Wat later kwam de pastorie van de Hervormde gemeente in beeld. Aanvankelijk zag het college meer in het verbouwen en uitbreiden. men dacht met f 20.000,= deze aankoop en aanpassing te kunnen doen, terwijl nieuwbouw op ca f 70.000,= werd becijferd. De smederij van Lipman bleek nodig voor een totale aanpassing van Plein en de bebouwing ingepast te krijgen. En met een ingewikkelde grondruil waar nu ook Piet Lipman bij betrokken was, bleek haalbaar. Op internet staat ook een tekening van deze transactie. Op 30 juni 1937 werden 4 opties in de raad besproken waarvan er sowieso twee afvielen. En uiteindelijk koos de raad voor nieuwbouw, terwijl ook burgemeester Verhoeven meer en meer naar nieuwbouw opschoof. Verhoeven zou met een solistische schijnbeweging Kropholler vragen een voorlopige schets van een raadhuis te maken. Hij hield nog een slag om de arm door aan te geven dat er meerdere architecten zouden worden gevraagd. De eerder genoemde raadscommissie had Kropholler al eerder aan het werk gezet. Maar daar wilde Verhoeven niets van weten en gaf op zijn manier een officiële start aan het ontwerp voor de nieuwbouw.

Architect A.J. Kropholler
Alexander Jacobus (Co) Kropholler (26 juli 1881-17 mei 1973) architect en zoon van Jacobus Kropholler (1850 -1922) was kleinkind van een Duitse migrant uit Bieleveld en makelaar in roerende goederen uit Haarlem. Jacobus huwde Margaret Bisset (1861 – 1943) en zij was van Schotse afkomst. Co was autodidact en volgde aanvankelijk een opleiding voor timmerman. Na z’n opleiding werkte hij enige tijd bij een aannemingsbedrijf en enkele jaren later bij architect Ludwig Wilhelm Beirer in Den Haag. Beirer was een Duitse migrant. Daarna kwam hij in contact met architect Jan Frederik (Frits) Staal, waarmee hij van 1902 tot 1910 in Amsterdam een architectenbureau had. Let wel Co was toen 21 jaar en Frits Staal 23 jaar oud. En zij ontwierpen toen een aantal gebouwen in een stijl die sterk tegen de Jugendstil aanleunde, waaronder een aantal gebouwen voor verzekeringsmaatschappij “De Utrecht”. Frits Staal, was gehuwd maar kreeg een stille affaire met Margaret Kropholler (1891 – 1966), de zuster van Co. Zij zou later zelf ook architect worden, de eerste vrouwelijke architect van Nederland. Zij hing later net als Frits de Amsterdamse School aan. Beide architecten, maar ook Margaret speelden een belangrijke rol binnen de Nederlandse architectuurgeschiedenis. Co Kropholler stond bekend als een aanhanger van het traditionalisme. Een bekrompen aanhanger van Hendrik Berlage, werd gezegd. Hij hing de Delftse school aan en zette zich zelf af tegen de in zijn ogen te moderne Amsterdamse school, die Frits aanhing, met gewaagde constructies die meer kwaad dan goed deden, in zijn ogen. In 1910 werden de verschillen tussen Co en Frits steeds duidelijker. Terwijl Co zich bekeerde tot het katholicisme, begon Frits steeds meer te voelen voor het socialisme, een in die tijd vernieuwende stroming die populair was onder kunstenaars en architecten. Na een vrij korte ruzie tussen hen begint Co voor zichzelf en verliet het bureau en daarmee ook zijn zuster en dat is tot aan de dood van Frits niet meer goed gekomen. Co was niet gehuwd.

Raadhuis van Wateringen
Het werk van Co Kropholler bestond uit kantoren, woonhuizen, gemeentehuizen en kerkelijke gebouwen. In 1937 werd de architect A.J. Kropholler opgedragen een ontwerp voor een nieuw Raadhuis te maken. Bij de ingebruikname in 1938 bracht de gemeente het boekje Hoe het Raadhuis van Wateringen ontstonduit. Hierin wordt het proces en de hobbels onderweg van het Wateringse Raadhuis beschreven en werden drie schetsen voor het Raadhuis gepresenteerd. Het college legde de raad vervolgens de drie schetsen voor, die deze kritisch bekeek en de volgende beschrijving meegaf. Het eerste plan vergeleek de raad met een spoorwagen, het tweede vond men net een blokkendoos, terwijl men het derde Oud-Hollandsch vond, maar terecht merkte burgemeester Verhoeven op, dat dit niet Oud-Hollandsch, maar Goed-Hollandsch was, zoals men zich vanouds een Raadhuis voorstelde. Co Kropholler bleef tot zeer hoge leeftijd betrokken bij de ontwerpen en toezicht op de uitvoering van de werken. De uitbreiding van het Raadhuis van Wateringen in 1968 – 1969, kan een van de laatste werken zijn geweest.

Het gebouw
De aanbesteding van het gemeentehuis was op 11 januari 1938. Het gemeentehuis werd gegund en gebouwd door G.A. Baaten uit Waspik (N-Br) voor een bedrag van f 54.590,=. Dit na 27 wijzigingen, omdat de laagste prijs toch nog te hoog uitviel. De natuurstenen leien werden o.a. vervangen door verbeterde Hollandse dakpannen. En ook de loden goten rustend op een totale natuurstenen ondersteuning moesten eraan geloven en werden vervangen door houten goten bekleed met zink. Het geheel werd uit grote bakstenen (kloostermoppen) opgetrokken. Deze bakstenen kwamen van de Steenfabriek ‘Ouderzorg’ uit Leiderdorp. Toen deze fabriek in 1959 werd opgeheven heeft de gemeente Wateringen 50.000 bakstenen van gelijk formaat aangeschaft en achter het gemeentehuis opgeslagen voor de uitbreiding die er pas in 1969 zou komen. Aan de binnenzijde werd voor een deel gewerkt met geglazuurde stenen, ter versiering. Dit raadhuis van Kropholler kent de van hem bekende bogen, natuursteen toepassing en invoeging van kunstwerken en teksten vlak in het metselwerk opgenomen. Een 4-tal kunstenaars en interieurspecialisten hebben voor de fijne functionele verfraaiing van het gebouw zorg gedragen. Daarnaast heeft een andere zus van Co, Julie Louise Kropholler, de gebrandschilderde ramen ontworpen, die als cadeau van de toenmalige raadsleden en ambtenaren golden. Ook vanuit de bevolking en het culturele leven van Wateringen en een deel van Kwintsheul werden bij de opening van het raadhuis op 15 november 1938 veel cadeaus aangeboden. Hiervoor verwijs ik ook naar de interieur foto’s. Het Raadhuis kreeg pas op 30 juli 2001 de status van Rijksmonument toegewezen, hoewel de monumentencommissie van de gemeente Wateringen al op 9 juli 1992 een positief advies gaf het gebouw op de monumentenlijst te plaatsen. Het gebouw is nu in bezit van de heren Moree en Verrijp en fungeert als kantoorgebouw, trouwlocatie en heeft een restaurant op de onderste laag.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de monumentencommissie van gemeente Westland.

Bronnen:

  • ‘Hier staat een echt Hollandsch Bouwwerk ‘Het Raadhuis van Wateringen’ van de Historische Werkgroep Oud-Wateringen en Kwintsheul.
  • De ontwerpen van A.J. Kropholler voor het raadhuis in Wateringen van Yvonne van Mil,
  • de afstudeerstudie over Wateringen van Joseph Tae-guan Yo en Piet van der Valk uit 1981
  • interieurfoto’s zijn van Piet van der Valk, eeen aantal foto’s afkomstig van het internet
  • Beperkte lijst van ontworpen werken door A.J. Kropholler:

1902: Hotel Palais Royal te Amsterdam (met J.F. Staal; gesloopt 1925)

1903: Kantoor De Utrecht, Leeuwarden (met J.F. Staal)

1905: Kantoor De Utrecht, Amsterdam, Damrak 28-30 (met J.F. Staal)

1905: Magazijn De Utrecht, Amsterdam, Damrak 26 (met J.F. Staal)

1905: Brandtoren en houtvesterswoning De Utrecht, Hilvarenbeek (met J.F. Staal)

1906: Archiefgebouw De Utrecht, Utrecht (met J.F. Staal; gesloopt)

1906: Woonwinkelhuis De Utrecht, Utrecht, Choorstraat 14 (met J.F. Staal)

1908: Kapel Zusters Redemptoristinnen Velp

1911: Landhuis Sint-Jan in Laren

1911: Landhuis voor J. Mendes da Costa in Laren

1913: Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes in Scheveningen

1916: De Sint-Simon en Judaskerk in Tilligte gemeente Dinkelland Overijssel

1916: Landhuis Cosy Corner te Beverwijk

1916: Landhuis De Klingel en landhuis Tine te Hilversum

1918: Woonhuis geneesheer-directeur sanatorium Berg en Bosch Apeldoorn.

1919: Woonhuis ’t Brinkje in Leusden

1920: Winkelpand, Fa. Hagen Korte Poten 46 Den Haag.

1920: Inrijhekken I en II voor Nationaal park “De Hoge Veluwe” te Hoenderloo

1920: Woningbouwcomplex 45 woningen Schippersslootweg Noordwijkerhout

1920: Havengebouw Wm. Müller en Co te Rotterdam

1920: Winkelpand, Fa. Hagen Korte Poten 46 den Haag

1921: De Sint-Paschalis Baylonkerk aan de Wassenaarseweg in den Haag.

1921: Landhuis Kropholler te Wassenaar (eigen woning)

1925: Het Kontakt der Kontinenten is een voormalig seminarie te Amersfoort.

1925: RK lagere school voor meisjes Sint-Anna en Sint-Agnes te Rotterdam.

1927: Woonhuizen Kwartellaan 86 woningen in traditionalistische stijl te den Haag

1928: De Parochiekerk van de Heilige Martelaren van Gorcum in Amsterdam.

1930: Raadhuis Noordwijkerhout.

1930: De Sint-Antonius-Abtkerk, Rotterdam (gesloopt)

1931: Het Hooge Huys in het centrum van Alkmaar

1932: Het voormalige gemeentehuis van Waalwijk incl. burgemeesters- en politiewoning

1933: De Sint-Adelbertabdij in Egmond-Binnen.

1933: De Sint-Callistuskerk in het Limburgse Neerbeek.

1933: Het van Abbemuseum een museum moderne en hedendaagse kunst in Eindhoven

1934: Het pand aan de Blaak 10 Rotterdam Mees & zoonen (nu ABN-Amro MeesPierson)

1934: Abdij van Affligem België

1934: 7 woningen Vugt Brabant.

1936: De Sint-Petruskerk te Leiden.

1936: Politiebureau Alkmaar.

1937: Winkelpand Hulshoff en Esselmann, Spui 56 te den Haag afgebroken 1992

1938: Het voormalige Raadhuis te Wateringen.

1938: Het voormalige gemeentehuis van het Brabantse Heesch.

1939: Het voormalige stadhuis van Medemblik.

1939: De Heilige Familiekerk in Venlo.

1940: Het gemeentehuis van Leidschendam-Voorburg.

1940: 47 Woningen Koningin Wilhelminalaan, Raadhuislaan en Beatrixlaan Leidschendam

1940: Woonhuizen Emmastraat 20 en 23 te Goirle

1942: Het voormalige gemeentehuis van Idaarderadeel, nu museum Hart van Friesland.

1950: Het Raadhuis van Arcen en Velden nu gemeente Venlo.

1967: R.K. lagere school Victorialaan 17-25 Vught Brabant.

1968: Uitbreiding voormalig Raadhuis te Wateringen, een van de laatste werken.