De Nederlands hervormde kerk in Ter heijde
Gemeentelijk moNUment met een lang verleden
door Piet van der Valk
Geen dorp in Westland is door de eeuwen heen, zo beïnvloed door de zee en haar grillen, als Ter Heijde. Eens telde het meer inwoners dan het dorp Monster, maar het bleef daar lang van afhankelijk. Mogelijk waren de Zidde, waar uit circa 1344 en circa 1367 vermeldingen van zijn en Nieuwerheide, waar van circa 1371 tot 1481 gewag van werd gemaakt, voorlopers van het dorp Ter Heijde. Ook is het mogelijk dat de Zidde en Nieuwerheide kleine locaties ten zuiden van Ter Heijde waren, waar toentertijd ook bewoning was. In tegenstelling tot de agrariërs van het Westland, dankte men hier het bestaan aan de zee en met name aan de visserij. We schreven in het stuk over de Hilwoning van september vorig jaar hoe de vissers van ter Heijde daar hun boten in een veilige haven brachten. Vanwege het heftige natuurgeweld van de zee, in combinatie met de frequente zware stormen spoelde soms alles eenvoudig weg. De duinen waren vaak niet bestand tegen het hoge water tijdens springtij en kalfden te vaak af. We moeten niet vergeten dat de veertiende eeuw het begin van de kleine ijstijd inluidde en ook in die periode werd klimaatverandering als een niet controleerbaar probleem ervaren. Ter Heijde dankt z’n naam aan een oude zijstroom van de Maas ‘De Hei’ genaamd. Ook kende Ter Heijde lang de aanwezigheid van kalkovens midden in het dorp. Schelpen werden gebrand en de overblijvende kalk werd als bouwmateriaal verkocht.
De Kerk
Kerkelijk viel Ter Heijde onder de Monsterse parochie van St. Machutus. Wel stond er een kapel in Ter Heijde, die tijdens de zeer zware storm 1470 door het hoge water werd verwoest. Na herbouw, bleef deze nieuwe kapel tot de komst van de watergeuzen in 1572 in gebruik. Bekend is dat men in 1604 de restanten van deze kapel verkocht, om de afkomende stenen weer te kunnen hergebruiken. Ter Heijde werd reeds eerder meerdere malen door zware stormen en hoog water overvallen, zo ook in 1530, 1546 en 1570, waarbij de kustlijn regelmatig in noordoostelijke richting verschoof. Er zijn geen gegevens van deze kustverschuivingen bekend. In de nacht van 22 op 23 november 1577 strandden 13 of 14 potvissen nabij van Ter Heijde, waarvan er uiteindelijk drie op het strand terecht kwamen en daar het leven lieten. Men kende ook nog meer gevaren. In de nacht van 6 op 7 juli waren de watergeuzen op rooftocht vanuit ’s-Gravenzande in Monster terechtgekomen. Met behulp van Jan Vrouwelingh werden de pastoor Adriaan van Hilvarenbeek en zijn kapelaan Jacob Lacops van het bed gelicht en via het Heijdse strand naar Brielle afgevoerd, waar zij op een beestachtige wijze werden vermoord. Zij worden tot de 19 martelaren van Gorinchem gerekend. De Heijenaars kregen nog de kans de Monsterse geestelijken tegen een vat bier van dertig stuivers vrij te kopen. Zij vonden echter het gevraagde losgeld te hoog en weigerden.
De slag bij ter Heijde
Van 8 tot 10 augustus 1653 vond tijdens de eerste Engels-Nederlandse Oorlog voor de kust van Zuid-Holland een zeeslag plaats, tussen de Engelse vloot en de vloot van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze staat bekend als de Slag bij ter Heijde of in het Engels ‘Battle of Scheveningen’. In deze strijd leden de Nederlanders een groot verlies, luitenant-admiraal Maarten Harpertszoon Tromp werd in de borst geraakt door een musketkogel van een sluipschutter en stierf. Zijn laatste woorden waren ‘houdt goede moed’. De strijd ging echter gewoon door en de admiraalsvlag bleef waaien op Tromps vlaggenschip de Brederode, zodat de dood van Tromp niet bekend werd bij de rest van de vloot. De Engelse vloot van circa 120 schepen streed onder leiding van generaal ter zee Gerorge Monck. Duidelijk was te zien dat het nadeel aan de Nederlandse kant lag. De zwaardere Britse schepen hadden een te grote vuurkracht. Hoewel de slag een tactische nederlaag was voor de Republiek, was de schade aan de Britse kant eveneens aanzienlijk, zodat de blokkade moest worden opgeheven. De Engelsen claimden in de Republiek dus een overwinning. Beide partijen waren nu oorlogsmoe. De Nederlanders omdat ze wanhoopten zonder Tromp de Engelsen te kunnen verslaan, de Engelsen omdat de kosten te hoog opliepen en de Nederlanders na iedere nederlaag weer opnieuw het gevecht aangingen. De Nederlandse vloot verloor vermoedelijk tien schepen. De Engelsen verloren slechts één schip. Ter nagedachtenis aan Maarten Harpertszoon Tromp hang er een plaquette aan de voorgevel van kerk van ter Heijde en in de kerk hangt een model van het schip van Maarten Harpertszoon Tromp.
De bouw van de kerk en de gevaren van buiten
De Duinkerker kapers (1583-1609) en (1621-1648) was een volgende gevaar dat het leven van de mensen langs de kust en met name voor de vissers zuur maakte. De kerk en haar gemeenschap vormde een van de weinige stabiele factoren, volgens Adri P. van Vliet in zijn artikel ‘Geloven en kerken’ in het historisch jaarboek Westland 2012. Na de reformatie bleef Ter Heijde tot 1663 aangewezen op Monster. Later dat jaar werd hen een eigen predikant toegestaan en werden er al de kerkdiensten op de zolder van het Gasthuis gehouden. Men was in die tijd lid van de Nederduitse Gereformeerde Kerk, die in 1816 landelijk de Nederlands Hervormde Kerk werd genoemd en vervolgens vanaf 1 mei 2004 Protestantse Kerk in Nederland. Op de eerste november van het jaar 1667 legde Prins Willem III van Oranje, ook wel Willem Hendrik van Oranje genoemd, twee witte Albasterstenen voor de nieuwe kerk. In deze stenen waren de letters W.H.P.O. (Willem Hendrik Prins van Oranje) gebeiteld. De reconstructietekening van de eerste kerk van Wim Duijvestijn uit Maassluis geeft mogelijk beeld van de kerk. Door het afkalven van de duinen was het echter 57 jaar later in 1720 al weer noodzakelijk de kerk circa 570 meter noordoostwaarts opnieuw op te bouwen. Op de schitterende kaarten van de gebr. Kruikius uit 1712, opnieuw uitgegeven door het Historisch Archief Westland ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van dit werk, is het door de transparante overtrek van het nu, heel goed te zien en zelfs na te meten. In 1770 en 1775 heeft Paulus Constantijn la Fargue verschillende sfeerprenten van Ter Heijde getekend die nu in bezit zijn van het gemeente-archief van Den Haag. Ook in het boek ‘Schilders van het Westland’ zijn er twee van deze tekenaar en schilder opgenomen. Het schilderij is in bezit van het Haags Historisch Museum.
Afbraak ter Heijde
De tijd breekt aan dat het aantal zelfstandige vissers van ter Heijde terugloopt, zij treden meer in dienst van de vissers van Vlaardingen, Maassluis en Scheveningen. Daarmee neemt echter ook de armoe toe. De straten zijn nog onverhard, de huisjes zijn slecht onderhouden, hebben veelal geen wateraansluiting, elektra ontbreekt, riolering en toiletten zijn er niet. Ten slotte resulteert het in een trieste situatie waar de gemeente Monster zich in 1928 gedwongen voelde zestig van de circa honderd huisjes af te laten breken. Daar werden nieuwe huizen voor terug gebouwd, die wel de genoemde aansluitingen kregen. In 1932 kwamen de bouwactiviteiten in een eindfase. Maar ruim tien jaar later werden alle woningen op de kerk en het café na, op last van de Duitse bezetter afgebroken. De bewoners werden door inwoners van Monster voor langere tijd opgevangen. De bezetter gebruikte de kerk als paardenstalling. Dit had alles te maken met de bouw van de Atlantic Wall, een verdedigingswerk dat verrassingsaanvallen vanuit zee en lucht moest voorkomen. Voor de zoveelste maal werden de inwoners van dit bijzondere dorp Ter Heijde, door weer andere omstandigheden getroffen.
Kerk blijft maar krimpt
De kerkgemeenschap van Ter Heijde heeft begin 2016 het besluit genomen de kerk naar zijn oorspronkelijke oppervlakte terug te brengen. De kerk is inmiddels als gemeentelijk monument aangewezen. Het westelijk bijgebouwde deel uit 1952, zal worden ingericht zoals het ontmoetingscentrum ‘Irene’ nu functioneert. De terugloop van het aantal kerkbezoekers en de wens de financiële situatie voor de kerkgemeenschap gezond te houden dwingen het kerkbestuur tot deze maatregelen. Het ontmoetingscentrum op zijn beurt zal door Weboma uit Wateringen worden ontwikkeld tot een aantal eengezinswoningen. Hiermee zet het Kerkbestuur een nieuwe stap in de lange ontwikkeling van haar Kerkgeschiedenis.