28 januari 2019

Dijkweg 133

Ons Doel”

te Honselersdijk

                                  

                      door Piet van der Valk

 

 

Gemeente Westland heeft aan de twee onder één kapwoningen Dijkweg 133 en 135 het predicaat ‘gemeentelijk monument’ toegekend. De woning Dijkweg 133 heeft nog een klokgaaf interieur en een opvallende tekst boven het balkon, “Ons Doel” staat erop.

De opdrachtgevers
In 1930 lieten tuinder Hein Persoon en zijn tweede vrouw Nelie de Kok dit huis bouwen door Leen Vingerling (1889 – 1945). En zo werd ook de naastliggende woning Dijkweg 135 gebouwd in opdracht van de familie P.M. Hoogenboom. Deze Leen bouwde hier waarschijnlijk onder eigen beheer met grote inspraak, door de kleinschaligheid, van de opdrachtgever. Tegenwoordig zouden we dat projectontwikkeling à la carte noemen. De woningen zijn karakteristiek voor die periode waarin ze gebouwd werden. Kenmerkend voor de jaren 30 is onder andere de rijke detaillering van speciaal gevelmetselwerk, de opvallende geveloverstekken en een horizontale belijning. In het interieur, van met name Dijkweg 133, is deze stijl onder andere terug te vinden in het gebruik van glas-in-loodramen, granito vloeren en wandtegels en er zijn nog veel van deze oorspronkelijke elementen terug te vinden. Tot vandaag was er geen architect bekend en twijfelde men of mogelijk Leen Vingerling zelf de ontwerper was geweest.

De architect
Toch bleek uit een onderzoek door Gerard Beijer, dat de architect, dhr. W.H.J. Jolink, Gereformeerd van huis uit en geboren in 1896 te Vlaardingen, moet zijn geweest. Hoewel zijn naam niet voorkomt op de twee eerste bouwtekeningen, zien we hem toch in de vorm van alleen een handtekening op een derde tekening verschijnen. Deze tekening werd ingediend om na de bouw van de woningen, ook tuinmuurtjes aan de straatzijde te mogen bouwen. Het handschrift op de derde tekening is identiek aan die van de eerste twee tekeningen, zodat we met vrij grote zekerheid mogen concluderen dat het ontwerp van Jolink was. Deze architect was naar Naaldwijk verhuisd en woonde aan de Geestweg 15 te Naaldwijk, in een door hemzelf ontworpen woning. Helaas werd de woning in de straatgevel gewijzigd. Hij was gehuwd en zij hadden 2 zonen Herman (1928) en Petrus (1932). Architect Jolink kon nog meer panden in Naaldwijk tot zijn geestelijk eigendom rekenen en die nog immer het straatbeeld verfraaien. Het pand rechts naast slagerij van Leeuwen in de Rembrandtstraat werd in opdracht van dokter van den Bijllaardt gebouwd. Maar ook aan de Naaldwijkse Geestweg zijn dat onder andere de huisnrs. 15, 18 t/m 24, 32, 34, 40c, 73 en 75. Verder de Voorschotbank aan de ’s-Gravenzandseweg en een kleuterschool aan de Koningstraat zijn van Jolink. In de Lier zien we twee panden, de eerste uit 1924, dat is de Gereformeerde Kerk en in 1938 een ontwerp aan de Burgemeester van Doornlaan. We kennen deze architect ook als een verzetsstrijder in de oorlogsjaren. Hij was toen een van de eersten uit Naaldwijk die landelijk actief was. Door geluk bij een ongeluk wist hij aan een veroordeling in Duitsland te ontkomen en zo mogelijk ook aan de dood ontsnappen, met medewerking van een vriendelijke Duitse kamparts, die mogelijk bij hem iets van TBC ontdekte, maar de röntgenfoto’s voor f 15.000,= verwisselde met een terminale TBC patiënt. Zodat dat leek dat Jolink niet lang meer te leven had en vrij werd gelaten. Na de wereldoorlog is hij gemeente architect van o.a. de Lier geweest; de TBC speelde hem in deze functie ook weer parten. Het architectenbureau W.H.J. Jolink wijzigt haar naam begin feb 1946 in architectenbureau Jolink – Cusell.

Naaldwijkse bouwer
De vader van Leen Vingerling, ook een Leendert vingerling, was afkomstig van Zuidland en woonde met zijn tweedee vrouw Marina Westerweel te Honselersdijk. Daar had hij een bouwbedrijf, dat hij vanuit de vervallen Nederhof te Honselersdijk uitoefende. Maar onze Leen streefde er zeer bewust naar voor de wat dikkere portemonnee te gaan bouwen. Hij bracht mensen bij elkaar, de verkoper van de grond, in dit geval Jaap Kester en de kopers van de grond werden dan zijn opdrachtgevers. Een woning in de jaren 30 was niet duur, de arbeidskosten waren toen relatief laag. Leen schakelde dus architect Jolink in om de woning “Ons Doel” op papier te krijgen, zodat de gemeente Naaldwijk bouwvergunning kon verlenen. De bouwaanvraag voor deze woningen werd ingediend op 21 januari 1929 en de vergunning om te mogen bouwen kwam 16 juli van dat jaar af. Leen was geboren in Honselersdijk en bouwde voor zijn vrouw Hermina Eichler uit Den Haag en zichzelf een fraaie woning in Wassenaar aan Schouwweg 27. Daar werd ook hun zoon Herman (1924 – 2015) geboren, die veel later boekhandel Vingerling te Naaldwijk oprichtte. Leen Vingerling bouwde o.a. veel meer woningen aan de Schouwweg in Wassenaar en ook voor de Wassenaarsche Bouwstichting Wonen. In de wijk Oostdorp bouwde hij complex 7/8 naar het ontwerp van Granpré Molière; Verhagen & Kok. Granpré Molière was een gezaghebbend architect en vanaf 1924 ook hoogleraar aan de TH in Delft. Na de Tweede Wereldoorlog, toen de A20 verder langs Naaldwijk werd aangelegd, stonden er op de kruising met de Dijkweg nog 2 blokjes van ieder 3 huizen naast elkaar. Deze waren op initiatief van Leen Vingerling in 1930 gebouwd en een van deze blokjes moest in 1947 wijken voor een nieuwe weg naar de Rolpaal, als verlenging van de A20. Dhr. Thoen heeft de woningen voorzichtig laten afbreken en deze werden weer herbouwd aan de Verburchlaan 17, 18 en 19. Door het schreeuwend tekort aan bouw-materialen gedurende de eerste 5 jaar na de tweede wereldoorlog was dit een handige manier, die we tegenwoordig een speciale duurzaamheidsprijs zouden toekennen.

De vooroorlogse jaren
Rond 1935 begon het behoorlijk te rommelen in Europa als Duitsland de na de Eerste Wereldoorlog afgestane gebieden als het Saarland en een jaar later het Rijnland weer bij het Duitse Rijk inlijfde. Twee later werd Oostenrijk geannexeerd. Dit had tot gevolg dat in Nederland de mobilisatie van het leger werd uitgeroepen. Ook in Naaldwijk werden in 1937 troepen gestationeerd en werden scholen gevorderd voor het onderbrengen van de manschappen. In de woning “Ons Doel” werd het hoofd van de troepen, Generaal Major van der Schrieck gehuisvest. De Major neemt een kamer beneden en een kamer op de eerste verdieping in gebruik. Hij straalt gezag uit en is zeer katholiek. Hij gaf de troepen vrijdag gelegenheid om naar de kerk te kunnen gaan. Een dochter Toos moest hem iedere dag helpen met het uittrekken van de laarzen. Moeder Nelie bleek zich als een vis in het water te voelen, want zij verhuurt zelfs een ruimte die door de officieren als hun “Casino” wordt bestempeld. Zij deed dat voor extra inkomsten; het ging namelijk niet zo florissant met de tuinbouw in die jaren. De officieren ontbijten en dineren in de salon en in de keuken zijn doorgaans een kok en een kelner aanwezig. Het gezin woonde in de kleine voorkamer. Een Luitenant schreef eens in het gastenboek. Hier drinken de heren officiertjes gezellig veel borrels en biertjes. Terwijl ze thuis vertelde dat er alleen maar koffie kon worden besteld. Er werd niet gedronken maar gezopen door de heren. Er werd met geld gesmeten. Voor een groot diner kropen de kreeften door de keuken. De officieren waren hautain tegen de bewoners. Ze beschouwden hen als de boertjes van Buuten. Maar plots was alles voorbij. De Major gaf moeder een prachtige leren tas, toen de troepen werden overgeplaatst naar Rotterdam aan de Waalhaven ter verdediging van de Moerdijk. Het was een bevel van de ene op de andere dag. Nadat de militairen waren verdwenen werd haast gemaakt om centrale verwarming aan te leggen ook de bakstenen schoorstenen werden weggebroken, nieuwe vloerbedekking gelegd en meubels bij De Klerk in Rotterdam gekocht, allemaal van het geld dat moeder had verdiend in haar Casino.

Oorlog
Al snel nadat de oorlog 10 mei 1940 uitbrak kreeg “Ons Doel”, net als in een aantal andere huizen in Westland inkwartiering. Aanvankelijk nam generaal Sensfuss zijn intrek, die de logeerkamer als slaapkamer gebruikte. Om het huis liep ’s-nachts een oppasser Edwin, en de vaste chauffeur van de generaal was Jozeff Brodesser, die priester student bleek te zijn. Na de oorlog in 1947, zouden Hein en Nelie naar zijn priesterwijding gaan. De verhouding tot de vijand was in het begin van de bezetting heel anders dan aan het eind van de oorlog. Burgemeester Elzen probeerde zoete broodjes te bakken met generaal Sensfuss, maar de generaal vertelde ons smalend: “Jullie burgemeester is zo glad als een aal. Ik weet dat hij pro Engels is, maar mij zegt hij familie in Duitsland te hebben”. Overal in het Westland stonden wegwijzers naar “Ons Doel” gericht, met Sensfuss erop. Er moest gehamsterd worden, een baal rijst, bloem, koffie, thee en zeep. Het was hier niet anders dan elders in het Westland. Hein bracht met een uiverwagen vier groentekisten met steenkool. Die verdwenen onder de vloer. In 1943 komt er een andere generaal Schlutius in huis. Met de Wehrmacht gaat het niet goed. Het wordt allemaal nerveuzer en dat geeft irritaties. Gelukkig verdwijnt Schlutius in 1944. Door evacuaties komen nu ook burgers van elders inwonen. En het gebeurde dat ene Johnny werd geboren in “Ons Doel”, plots een heel gezin in de kantoorkamer boven. Na enkele maanden vertrekt het gezin weer naar Hoek van Holland en neemt de Duitse officier Offermans, gehuwd met een Nederlandse vrouw die ook vaak langs komt, zijn intrek. Deze man heeft de leiding over de bouw van bunkers in Hoek van Holland. Maar wanneer er ook nog een neef en dochtertje van mevrouw komen logeren wordt het wel erg ingewikkeld. Zeker wanneer de neef achteraf een zoon blijkt te zijn. Gedurende de laatste maanden van de oorlog breekt er nog wel een moeilijke tijd aan, wanneer Nelie met buikvlies in het ziekenhuis beland en daardoor de manager van het huis zeer wordt gemist.

bevrijding
De bevrijding op 5 mei betekende zeer veel voor de bewoners van ”Ons Doel”. Het normale leven is niet zomaar weer hersteld en vraagt tijd en rust. Bij de grootte van de woning “Ons Doel” werd vanuit gemeentewege in 1946 bepaald, dat er inwoning moest komen en die kwam er ook. De jaren verstrijken en Hein komt op 4 april 1969 te overlijden. Een sterfkamer met zwarte gordijnen wordt ingericht. Nelie heeft steun van de buren op nr. 135, Gerrit en Netty van der Stelt. De nieuwe DAF wordt geschonken aan Stien, die inmiddels met Bep van der Hoeven is gehuwd, op voorwaarde dat ze moeder overal naar toebrengt waar ze wil. Nelie overlijdt op Hemelvaartsdag 19 mei 1977. De woning wordt verkocht aan familie de Vette en na een paar jaar later neemt de familie van Kester haar entree in “Ons Doel”. Na enige jaren komt de woning weer te koop.

Kleindochter Christine
Christine van der Hoeven, een kleindochter van Hein en Nelie, en dochter van Stien en Bep van der Hoeven woonde met Mark Stolk in Kralingen te Rotterdam. Toen zij in 1996 het laatste nieuws uit Honselersdijk met betrekking tot “Ons Doel” door kregen, namen zij direct contact op met de makelaar en binnen een mum van tijd was de deal voor “Ons Doel” rond. Ook het interieur van de woning bleek nog steeds nagenoeg ongewijzigd, een van de argumenten die gemeente Westland na aandringen van Christine overnam in de waarde toekenning van dit pand en Dijkweg 135 als het ‘jongste’ gemeentelijk monument van gemeente Westland.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de monumentencommissie van de gemeente Westland. Een verkorte versie van dit artikel stond in Het Hele Westland van 27 december 2017

Bronnen:

  • Christine van der Hoeven en Mark Stolk de huidige eigenaren,
  • het stuk “Ons Doel” van Stien Persoon,
  • de moeder van Christine.
  • Mevr. Jopie Steenks weduwe van Herman Vingerling.
  • De waardestelling van Veerle Simons voor het pand Dijkweg 133 en
  • Gerard Beijer, vrijwilliger op het Historisch Archief Westland.