D11 Boerderij Noordlierweg

Kaartmateriaal toont aan dat er al in 1550 op deze locatie een boerderij stond. Maar het is aannemelijk dat hier reeds vanaf de veertiende eeuw een boerderijplaats in gebruik is geweest. De huidige boerderij stamt uit de zeventiende en achttiende eeuw en de stalruimte is in 1920  vernieuwd. Delen van het woonhuis zijn nog origineel en in het dwarse woongedeelte bevindt zich een onderkelderde opkamer. Aan de buitenkant zijn kruizen boven de kelderdeuren te zien. ‘Het kruis weert de duivel van melk en zuivel’. Deze boerderij stond eeuwenlang bekend als ‘Boerderij aan de Lierhand’. Die naamgeving dankt zij aan een houten paal met wegwijzer in de vorm van een hand die voor de boerderij stond en de richting naar Naaldwijk, Delft en De Lier aangaf.

De boerderij is herkenbaar door het witte vlak rond de kelderluiken en de oranje afweerkruisen

Tussen ’t Woudt en De Lier ligt op een prominente plaats een vroeg zeventiende-eeuwse boerderij. Op het fietspad van ’t Woudt naar De Lier rijd je er recht op af. Het meest in het oog springend vanaf de weg is het witte vlak rond de kelderluiken. Boven de kelderluiken zijn oranje afweerkruisen geschilderd en het witte vlak is afgezet met een oranje bies. De voorgevel verraadt de indeling van een zeventiende-eeuwse Delflandse boerderij, met rechts een uitgebouwde melkkelder en opkamer en links de vensters van het voorhuis.  

Een ‘pausenkruis’ met drie armen boven het luik van de tweede kelder in de achtergevel

Afweertekens
De boerderijplaats is erg oud. Op een kaart uit ongeveer 1550 van het ambacht Groeneveld getekend door Coenraet Oelensz wordt hier al een boerderij afgebeeld. De afweerkruisen boven de kelderluiken moeten de duivel afweren. ‘Het kruis weert de duivel van melk en zuivel’ werd gezegd. Heel bijzonder is de manier waarop de kruisen op de boerderij zijn aangebracht: geschilderd met oranje menie en opgenomen in een oranje omlijsting van de kelderopening. In de zijgevel is te herkennen dat er een tweede kelder is gemaakt met een tweede opkamer. Deze is in de achttiende eeuw aangebouwd.  

Op deze oude foto van de voorgevel is de oorspronkelijke voordeur te zien

Het interieur 
Op een oude foto van de voorgevel is te zien dat in die gevel een voordeur zat, nu vervangen door een venster. De indeling van het voorgedeelte is nog geheel traditioneel, met aan de ene kant een kelder en opkamer, in het midden een kelder een voorhuiskamer en aan de erfzijde  een slaapvleugel met twee kamertjes. 

Een bijzondere vloer
De opkamer is te bereiken van een spiltrap die naar de zolder leidt. De muur naast de trap is bezet met tegeltjes die werden gefabriceerd tussen 1620 en 1650.  In de opkamer staat een eikenhouten bedstee met decoraties uit de vroege zeventiende eeuw. Na verwijdering van de vloerbedekking kwam een beschildering van de vloer met bloemen en bladslingers tevoorschijn, die in de negentiende eeuw moet zijn aangebracht. 

Ruimtelijke indeling van het gebouw

Achterhuis
De indeling van het voorgedeelte duidt op een driebeukig gebouw die zich op het eerste gezicht niet voortzet in het voorhuis en de stal. In het achterhuis zijn drie ruimten: een keuken, een woonkamer en een boenhoek. Naast de keuken ligt de woonkamer die geheel negentiende-eeuws oogt. De schouwboezem is betegeld met witjes, waarin een zeer fraai negentiende-eeuws tegeltableau is aangebracht. In de boenhoek bevinden zich een smalle schouw, een bakoven en een waterfornuis. Bijzonder zijn de restanten van een oud ankerbalkgebint tussen keuken en boenhoek, waarin de oorspronkelijke driebeukigheid van het achterhuis nog te herkennen is.   

De stal 
Toen in de zeventiende en/of achttiende eeuw de stallen in de streek een nieuwe indeling kregen, moesten de zijgevels verhoogd worden om stahoogte te krijgen op het kruipad achter de koeien. In deze boerderij werd tevens de zijgevel van de slaapvleugel en van het achterhuis verhoogd. In 1920 werd de gehele zijgevel vernieuwd en werd een nieuwe stal gebouwd. De nieuwe stal behield wel zijn oorspronkelijke indeling met een negentiende-eeuwse bestrating, koestanden en mestgoten.  Het bijzondere aan de stal is de gebintconstructie, die zeer afwijkt van de tot dan toe gebruikelijke constructie. De gebintstijlen staan wel op de plaats van voorgangers, maar bij de ontgraving van de funderingen kwamen ook fundamenten tevoorschijn van nog oudere voorgangers die teruggaan op de oorspronkelijke driebeukige indeling. Het zullen ook ankerbalkgebinten zijn geweest.  

Dit is een ingekorte versie van een artikel van F.W. van Ooststroom in Midden-Delfkrant, herfst 2020.  

Lees meer
Lees minder

Plattegrond

Details

Bouwjaar
1700
Type monument
Rijksmonument
Type object
Boerderij
Adres
Noordlierweg 4, De Lier