M35 Slaperdijk

De Slaperdijk loopt vanaf de Maasdijk ten zuiden van ’s-Gravenzande tot aan het Schelpenpad ten noorden van Ter Heijde. Het gedeelte vanaf de voormalige buitenplaats De Zijpe, iets ten zuiden van Ter Heijde, tot aan het Schelpenpad is aangelegd in 1826. Het gedeelte ten zuiden daarvan is van ouder datum. De Slaperdijk is aangelegd door het Hoogheemraadschap van Delfland, dat onder meer is belast met de kustverdediging. De dijk maakt deel uit van het geheel van kustverdedigingswerken in dit gebied, waaronder ook de in de negentiende eeuw in fasen aangelegde strandhoofden van basaltblokken. Een deel van de strandhoofden is inmiddels onder het zand verdwenen als gevolg van de aanleg van de Strandmotor, een min of meer natuurlijke kustverdediging die door strandverbreding met behulp van grote hoeveelheden opgespoten zand tot stand is gekomen..

Omstreeks 1800 was de kust zodanig achteruit gegaan dat het Hoogheemraadschap van Delfland in 1826 overging tot de aanleg van een reservedijk. Deze Slaperdijk van 2,8 km kwam tussen boerderij de Zyp bij Ter Heijde en het hoger gelegen Polanenduin te liggen. De grond van het tracé werd onteigend en een vijftal boerderijen afgebroken. Ook het gasthuis van Monster werd gesloopt. Het zand voor de dijk werd dichtbij gewonnen in het Copierduin, dat geheel is afgegraven. De boerderij Geesterwijk met bijbehorend wallencomplex tussen de Slaperdijk en de Rijnweg (vergelijkbaar met een dergelijk complex bij boerderij Solleveld) is vermoedelijk toen ook verdwenen. Op de plek van deze boerderij zou later camping Molenslag komen.
Het duinland ten zuiden van de Slaperdijk werd in de negentiende eeuw het Monsterse Geestje genoemd. Het is tussen 1962 en 1964 afgegraven voor de kassenbouw, waarbij veel archeologische waarnemingen zijn gedaan. Het dorp Ter Heijde lag sinds 1826 zeer kwetsbaar tussen de smalle zeereep en de Slaperdijk. Bij een doorbraak zou van hier het lage polderland van Zuid-Holland kunnen overstromen. Ten noordoosten van Ter Heijde en zeewaarts van de Slaperdijk lagen in de negentiende eeuw nog steeds duinen. De wandelaar ‘A.G.’ (dr. A.J.M. Garjeanne) beschrijft dit landschap in het tijdschrift De Levende Natuur van 1897. Vlak bij Ter Heijde ziet hij aardappellandjes: ‘smalle dijkjes doorkruisen dit veld en bewaren de akkers voor verstuiven’. Daarna volgt een vlak duin ‘waar koeien onder toezicht van een hoeder een uitgestrekte maar schrale weide vinden’. Dat is de Monsterse Geest. Tenslotte ligt er dan het echte duinland met ‘hooge toppen en diepe dalen’ en dat is – enigszins overdreven – het Polanenduin.

Gouden muntsieraad uit de Laat-Romeinse tijd
Voor de aanleg van de inlaagdijk achter Ter Heijde in 1826 was veel zand nodig en daartoe werd het Copierduin noordelijk van de huidige Achterweg bij Monster op de schop genomen. Bij de bewerking van de geestgrond in het afgegraven duin werd in 1831 een uniek muntsieraad gevonden. De gouden aureus van de Gallische tegenkeizer Victorinus (268-270) is gevat in een achtkantig opengewerkt mon tuur met een verticaal geribd lusvormig ophang-oog. De voorzijde van de munt laat de keizer zien, de keerzijde toont hem met een knielende vrouw die Gallia voorstelt. De licht golvende rand van het gouden montuur is afkomstig uit de Rijnprovincie. Het gouden medaillon verkeert in een uitzonderlijk goede staat.

Gouden muntsieraad uit de Laat-Romeinse tijd gevonden in het afgegraven Copierduin tussen Monster en Ter Heijde in 1831. Foto’s: Nationale Numismatische Collectie, De Nederlandsche Bank.

Bron: passage over de Slaperdijk in:
Bert van der Valk en Frans Beekman, ‘Archeologie en landschapsgeschiedenis rond een stuifkuil op de Monsterse Geest’. In: Holland’s Duinen nr. 64, november 2014.

Lees meer
Lees minder

Bekijk M35 Slaperdijk

Plattegrond

Details

Bouwjaar
1826
Type monument
Type object
Dijk
Adres
Slapersdijk Ter Heide