P16 De Witte Brug

De Witte Brug is een van de acht bruggen in de eerste provinciale weg in het Westland. Gebouwd in 1930 naar ontwerp van ingenieurs uit de Delftse School. De brug is herbouwd in 2013. De Leidse keramist Willem Coenraad Brouwer maakte rond 1930 tegeltableaus voor deze acht bruggen en voor vele andere Westlandse bruggen die in de jaren ’30 nodig waren in de nieuwe provinciale- en rijkswegen. Vanwege toenemend gemotoriseerd verkeer werden houten bruggen vervangen door bruggen in steen en beton. Doorvaart onder de Witte Brug verleende een aantal kwekers uit die buurt de kortste route naar de Gantel en het achterland. De tableaus bevatten de naam, het jaartal, afbeeldingen van watervogels en bloemmotieven. Op het tableau ertegenover is het provinciewapen afgebeeld.

Eeuwenlang waren de wegen in het Westland en daarbuiten slecht begaanbaar. Stoffig tijdens droogte en modderig als het regende. Bovendien waren er veel kuilen en gaten. Hier en daar werd tol geheven om met de opbrengst de wegen te verbeteren. Er kwam echter veel te weinig geld binnen.

Met de komst van het gemotoriseerde verkeer moest er iets veranderen. De houten bruggen waren niet sterk genoeg, de wegen waren slecht en te smal. De producten van de kwekerijen kwamen beschadigd bij de omliggende markten aan. Plannen waren er al een tijdje maar vanaf 1922 pakte men door. Bij het rijk en de provincie werden de plannen uitgewerkt samen met de vertegenwoordigers van de gemeenten. Men vaardigde wetten uit waardoor geld binnenkwam via wegenbelasting en motorrijtuigenbelasting. In de hele provincie gingen taxateurs aan het werk. De taxateurs voor Verkeersweg no.13 waren Angelinus Franke, gemeente architect in Monster en Jacob Goeijenbier, kweker en taxateur.

De bruggen in de eerste provinciale weg in het Westland. Bron: Rapport 1931, Provinciale Waterstaat van Zuid-Holland

De wegen moesten niet alleen worden verbeterd, maar ook verbreed. Er werd daarom langs de route overal grond aangekocht. In het hele Westland was volop bedrijvigheid mede doordat ook de rijksweg Den Haag – Rotterdam werd aangelegd. De eerste provinciale weg kwam echter door Poeldijk. Vanaf de Hoornbrug via Lange Kleiweg (nu Winston Churchilllaan) – Schaapweg –Noordweg – Poeldijkseweg – Wateringseweg – tot 1954 door de Voorstraat – Monsterseweg – weer een Poeldijkseweg (M) – Emmastaat – Monsterseweg – Noordlandseweg tot aan de Maasdijk. De route liep langs veilingen voor de afvoer van groente en fruit. De Poeldijkse veiling had juist in die tijd een hoge omzet en dat gaf de doorslag voor de route en de aanleg van de eerste provinciale weg. Natuurlijk werden de andere provinciale wegen ook snel gerealiseerd.

Het was een goed idee de bruggen te voorzien van duidelijke keramiek lettertegels met de naam van elke brug, alsmede watervogels en een bloemmotief. Voor de Arendsduinbrug maakte de kunstenaar bij uitzondering enkele tegels met Maori motieven, krokodillengroen (alligatorgroen) geglazuurd. In die tijd waren kunstenaars in verre culturen geïnteresseerd en veel verder weg dan Nieuw-Zeeland kon Brouwer zijn inspiratie niet halen.

De brug met opgemetselde lantaarns en de hand-gesmede witte brug links ernaast.

Vooruitstrevend was het dat er een fietspad naast de wegen werd aangelegd. Hoewel fietsers daar in het begin aan moesten wennen en soms nog op straat bleven rijden. Voor het asfalteren van de wegen buiten de bebouwde kom stond dicht bij de Monsterse Emmastraat een tijdelijke asfaltfabriek. Ook met de WSM werd samengewerkt, de treinverbindingen in het Westland werden benut voor vervoer vanaf de veiling. Langs Poeldijk reed de trein Den Haag – Naaldwijk met een afslag bij de Poeldijkse veiling naar Monster – Hoek van Holland. Men probeerde het aantal oversteken van de weg door de trein te beperken.

In Rijswijk stond een bijkantoor van Provinciale Waterstaat. Daar werden de bestekken voor de Westlandse provinciale wegen getekend. Regelmatig reed de technisch ambtenaar vandaar op zijn motor langs de route om foto’s te maken en soms bracht hij beleidsmakers mee die het vorderen van het werk kwamen bekijken.

Rechts achter de medewerkers de leuningen van de gesmede witte brug.

De legertop hield zich ook bezig met het project, want de stafkaarten moesten aangepast worden. Er werden foto’s gemaakt van het oude landschap, van de werkzaamheden en van het resultaat. Bijzonder was het dat op de stenen brugleuning van de Witte Brug aan elke zijde van de weg twee lantarens werden opgemetseld. Dat gebeurde bij verschillende bruggen maar lang niet bij allemaal.

In 2013 werden de weg en de bruggen in de stijl van de Delftse School vernieuwd met medewerking van Tak Architecten. De tegeltableaus werden gerestaureerd door Art Conservation Vlaardingen en herplaatst met aangepast jaartal.

De naam Witte Brug: Dicht bij de brug lag een verfijnde witte brug over de vaarsloot naar de woonhuizen. Het was met zorg door een bekwame smid gemaakt die de beide leuningen invulde met sierlijke krullen, als fijn wit kantwerk. In de volksmond heette deze plaats ‘de witte brug’.

Lees meer
Lees minder

Plattegrond

Details

Bouwjaar
1930
Type monument
Type object
Brug
Adres
Voorstraat 145 Poeldijk (naast)