1 juli 2018

Achtergrond: De Nederlands Hervormde kerk in Monster

Een Rijksmonument met zeer uitvoerige verhaal

door Piet van der Valk 

In een betrouwbare oorkonde van 14 mei 1238 lezen we, dat Otto II van Holland, de latere bisschip van Utrecht, de kerk van ’s-Gravenzande afscheidde van de Moederkerk Monster. Machteld van Brabant 1200-1267, gaf ’s-Gravenzande stadsrechten en meer, en was de schoonzus van deze Otto II. In 1276 scheidde zich op dezelfde wijze de kerk van Den Haag af van Monster. De kerk van Monster had nog meer dochterkerken en kapellen en moet toen dus wel een belangrijke kerk zijn geweest. Ook kunnen we hieruit afleiden dat deze kerk ruim voor 1238 al bestond. Dhr. Thomas van Straalen uit Monster, oud-medewerker van de huidige Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, heeft in een gereconstrueerde ontwikkeling in de tijd van deze kerk door middel van een 6-tal schetsen aangegeven dat de eerste stenen kerk mogelijk in de jaren tussen 1050 tot 1100 werd gebouwd. Tijdens de restauratie van deze kerk in de jaren 1963 en 1964 werd door de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg, een bescheiden bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd. Als resultaat van dit onderzoek zijn restanten van een kleine romaanse kerk en toren gevonden. Deze restanten waren uit tufsteen opgebouwd. De tufsteen was afkomstig uit de Duitse Eiffel en is van vulkanische oorsprong. Om en nabij 1125 werd de toenmalige toren gebouwd en omstreeks 1225 was de kerk verlengd en voorzien van een dwarsbeuk. Er breekt dan een nieuwe tijd aan en men weet de kerk tot ca 1400 te vergroten tot de driebeukige hallenkerk met ook drie aparte koren als beëindiging daarvan, zoals we die nu ongeveer kennen. Globaal tussen 1400 en 1450 werd de huidige toren opnieuw gebouwd en verhoogd. Daarmee is de huidige kerk aan het Kerkplein al bijna 600 jaar hetzelfde qua vorm en verschijning.

Reformatie
Voor de reformatie had deze kerk, de Franse Machutus als Patroonheilige, zoals de huidige R.K. kerk aan de Choorstraat die nu ook nog heeft. De reformatie heeft in Monster in verhouding tot de rest van Westland grotere gevolgen gehad. Tijdens de beeldenstorm in 1566 was sprake van een beperkte schade. In 1570 bezocht ene Wouter Simonszoon Monster en omgeving. Hij hing een nieuwe leer aan en had om die reden zijn ambt in Portugaal neergelegd. Hij was door Alva al uit de Nederlanden verbannen, maar keerde weer terug en werd in 1570 als hageprediker opgepakt en in Den Haag terechtgesteld wegens het verlaten der Rooms Katholieke Kerk. In de nacht van 6 op 7 juli 1572 waren de watergeuzen op rooftocht vanuit ’s-Gravenzande in Monster terechtgekomen. Met behulp van de Naaldwijkse Jan Vrouwelingh werden de pastoor Adriaan van Hilvarenbeek en zijn kapelaan Jacob Lacops van het bed gelicht en via ‘t Heijdse strand naar Brielle afgevoerd, waar zij op beestachtige wijze werden vermoord. Beide geestelijken waren pas sinds begin 1572 in de Monsterse parochie benoemd en probeerden een band met de bevolking op te bouwen. Het blijft echter een raadsel waarom de Heijdse bevolking er niet voor koos deze geestelijken vrij te kopen door slechts 30 stuivers aan de geuzen te betalen. Ook werden door de geuzen toen behoorlijk wat kostbaarheden en relikwieën geroofd en vernielingen aangericht. Voor hen die niet overgingen naar het nieuwe geloof werd het een hele moeilijke periode. Het begin van de tachtigjarige oorlog in 1568 heeft alles te maken met de gevolgen van de Reformatie. Filips II van Spanje leidde toen de strijd tegen de Noordelijke Nederlanden die 80 jaar later uitmondde in de vrede van Munster. Deze godsdienstoorlog kende weliswaar een rustpauze met het twaalfjarig bestand van 1609 tot 1621. Maar de katholieken uit het zuiden bleven zich uiteindelijk met succes verzetten tegen de overgang. Westland behoorde tot het Calvinistische Noorden, geleid door Willem van Oranje. Economisch groeiden de zeven Verenigde Nederlanden binnen Europa toen uit tot een wereldmacht, de Gouden Eeuw en het tijdperk van de VOC en WIC, zorgden hiervoor, maar dat wil niet zeggen

Hr. Franscois van der Burg
Het is zeker niet uit te sluiten dat de pastoor Franciscus Verburch 1616-1708 (mogelijk ook wel van der burg) wonende te Poeldijk aan het begin van de achttiende eeuw in of om de NH kerk te Monster begraven werd. Deze uitspraak werd gedaan door eerder genoemd Thomas van Straalen op 25 november 2008, tijdens een lezing voor de leden van het Genootschap Oud Westland. Van Straalen baseerde dit onder andere op een pagina die hij gevonden had in een van de kerkboeken van de Nederlands Hervormde kerk op het Kerkplein te Monster. Hierin is een begrafenis opgetekend van ‘Mr. Franscois van der Burg, uijt den Poeld’, op 9 januari 1708 – acht dagen na het overlijden van pastoor Verburch. Bovendien trof hem de vermelding dat de klokken hebben ‘geluijt twee uur’; een periode die aangeeft dat het om een belangrijk persoon ging. Franciscus Verburch werd in 1647 pastoor van het Westland, zonder de Lier en ’t Woudt. Hij blijft dat tot zijn dood op 1 januari 1708, hij is dan 91 jaar oud. In Poeldijk mocht er tot 1827 niemand begraven worden. Op 1 januari 1829 werd het bij wet verboden om overledenen in kerken te begraven. Kort hierna werd de begraafplaats op de aan de Molenstraat aangelegd.

Kerkbrand
Op zaterdagmiddag 13 juli 1901 werd aan de Oostzijde van de kerk brand ontdekt. Loodgieters hadden die dag reparatiewerkzaamheden uitgevoerd en mogelijk leidde dat tot deze brand. De brandspuit van de brandweer van Monster, die haar kazerne nabij de kerk had, was met enkele spuitgasten snel aan het blussen, maar door de sterke wind was dit een ongelijke strijd die zij niet konden winnen. De Poeldijkse brandweer kwam snel te hulp. Ook riep het gemeentebestuur telegrafisch assistentie in bij de Haagse brandweer. Omstreeks half zes konden zij actief meehelpen met hun ‘stoomspuit’ om deze vuurhaard te bestrijden. De daken van enkele omliggende schuurtjes vatten vlam, maar gelukkig geen woningen, deze werden preventief nat gehouden. Ook de toren van deze kerk brandde volledig uit. En de volgende dag trok deze brand al ramptoerisme en reden zelfs extra trams uit Den Haag om de vele mensen te kunnen vervoeren. Bewonderenswaardig is de snelheid waarmee de kerkvoogdij aan het werk ging om de kerk in ere te herstellen. Dit leidde er vervolgens toe dat nog diezelfde maand restauratiearchitect E.G. Wentink uit Schalkwijk de opdracht kreeg bestek en tekeningen te vervaardigen. Deze dienden als leidraad voor de aanbesteding en latere uitvoering van het werk. 32 aannemers schreven in, in die tijd allen ook nog van Nederlands Hervormde afkomst. Het werk werd gemaakt door het toenmalige bedrijf van de gebroeders van Malsem uit Den Haag. Op de schuine daken van de kerk werden tijdens de uitvoering 19 dakkapelletjes geplaatst die er in het verleden overigens nooit opstonden, met als gevolg dat deze elementen tijdens de restauratie van 1963-1964 deze weer werden verwijderd. Het werk was 21 december 1902 gereed en om half twee werd toen een kerkdienst ter ere van de hernieuwde ingebruikname gehouden. De gemeente Monster had wat meer tijd nodig, april 1906 had dezelfde architect bestek en tekeningen gereed voor de restauratie van de toren. Ook de feitelijke restauratie van de toren werd door van Malsem uitgevoerd. De kerkgemeente werd in de tussenliggende periode hartelijk welkom geheten in de NH kerk van ter Heijde.

Rijksmonument
Deze kerk heeft lange tijd als een Baken aan de kust gefunctioneerd, waar de scheepvaart en met name de vissers van ter Heijde zich vroeger op konden richten. Bij een restauratie in 1662 heeft de admiraliteit van Rotterdam zelfs een subsidie verstrekt. Waarschijnlijk mede door de restauratie na de brand van 1901 stond deze kerk sinds 1915 op de ‘voorlopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst’, maar pas op 25 september 1968 werd het gebouw als Rijksmonument onder nummer 30044 ingeschreven. De burgerlijke gemeente Monster was sinds 1798 eigenaar van de kerktoren. Het was de Franse tijd en toen werden kerktorens als militair object beschouwd. Dus per 1 januari 2004 is de gemeente Westland nu eigenaar van de toren van deze kerk naast andere kerktorens als Naaldwijk en Wateringen. De bebouwing aan de zuidzijde van de kerk is recent vernieuwd met verenigingsgebouw de Haven en ook het buitenterrein werd toen opnieuw ingericht. Mogelijk kan het al wat langer geleden uitgevoerde archeologisch onderzoek, ons nog op iets nieuws uit de al lange geschiedenis van deze kerk trakteren.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de monumentencommissie van gemeente Westland.

Bronnen

  • Het boekje “beknopte geschiedenis van de Hervormde kerk Monster”
  • WOS Streekhistorie ‘Grote brand in Hervormde kerk en toren van Monster’
  • Internet